Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, als koning Zedekia tot hem zond Pashur, den [1]zoon van Malchia, en Zefanja, den zoon van Maaseja, den priester, zeggende: 1. Van de nakomelingen van dezen Malchia, op wiens geslacht het vijfde lof in de afdeling der priesters bij Davids tijd gevallen was, 1 Kron.24:9, gelijk op het geslacht van Maaseja het vier en twintigste; 1 Kron.24:18.